DISC in leidinggeven: zo krijg je je mensen écht mee
- Byzonder
- 9 sep
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 15 sep

Mensen meekrijgen.
Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het vaak niet.
Je hebt een visie, een plan, je doet je best… en toch blijft het soms stil.
Of stroef.
De verantwoordelijkheid blijft liggen, waardoor jij het weer moet oplossen.
Daar kan DISC bij helpen.
Niet als hokjesdenken. Niet als etiketten plakken.
Maar als lens om je communicatie en gedrag af te stemmen.
DISC staat voor:
Dominant (rood)
Invloed (geel)
Stabiel (groen)
Consciëntieus (blauw)
Wij werken met de DISC van Persolog. Dit is de enige DISC in Nederland die zo ver ontwikkeld en geverifieerd is dat die echt betrouwbaar en wetenschappelijk onderbouwd is. Geen oppervlakkig kleurtjesspel dus, maar een stevige basis voor leiderschap en samenwerking.
1. Ken jezelf
Leiderschap begint altijd bij jezelf.
Alles wat jij doet, heeft direct effect op hoe mensen presteren.
Wat is jouw voorkeursstijl?
Directief, enthousiasmerend, ondersteunend of analytisch?
En welke valkuil hoort daarbij?
Misschien kom je wel over als drammerig, opportunistisch, soft of muggenzifter.
En verlies je daarmee je mensen.
Jezelf hierin kennen helpt je om bewust te zijn van de intenties en de doelen die je voor ogen hebt. Wanneer je krachtig overkomt en wanneer je juist weerstand oproept.
Dit maakt het makkelijker voor je om je eigen stijl aan de situatie aan te passen.
2. Ken je mensen
Wat is voorkeursstijl van de mensen die je leidt?
De grootste fout die je kunt maken is dat je gaat leiden zoals jij zelf geleid wilt worden.
Niet iedereen heeft hetzelfde nodig van jou als leider:
D’s: duidelijk, beslissen, actie.
I’s: energiek, erkenning, ont-moeten.
S’s: harmonie, samen, betrokkenheid.
C’s: feiten, structuur, het waarom.
Wanneer je dit weet, kun je je aanpak afstemmen.
Niet iedereen gaat goed op dezelfde toon, hetzelfde tempo, dezelfde focus.
3. Pas je stijl aan
Effectief leiderschap betekent schakelen.
Wanneer je weet wat iemand nodig heeft, kun je precies dát geven:
D’s: geef uitdaging en autonomie.
I’s: wees zichtbaar enthousiast, laat de impact zien.
S’s: neem tijd, luister, bouw vertrouwen.
C’s: wees concreet, onderbouw, geef overzicht.
Zo voorkom je dat mensen afhaken.
En krijg je ze mee omdat ze willen – niet omdat ze moeten.
4. Ontdek de voorkeur van de ander
Hoe kom je erachter wat iemand nodig heeft?
Heel simpel: vraag het.
Hoe wil je dat ik communiceer: kort en direct, of liever uitgebreider?
Werk je liever samen of zelfstandig?
Heb je snelheid nodig, of ruimte om te overwegen?
Wanneer ervaar je de meeste waardering van mij?
Dit gesprek voeren levert direct winst op.
Het scheelt misverstanden, ruis en energieverlies.
Reflectie
Welke stijl hebben de verschillende mensen op jouw team nodig?
Welk van die stijlen komt jou het minst natuurlijk en wat mag je daarin leren?
Welke aanpassing kun jij vandaag al maken om meer mensen mee te krijgen?
Wil je meer slagkracht en minder gedoe? Tijd om met DISC aan de slag te gaan →